Pigmenten zijn deeltjes die bepaalde delen van het lichtspectrum absorberen en reflecteren, waardoor een stof kleur krijgt. Ze kunnen van natuurlijke of synthetische oorsprong zijn en worden... Pigmenten zijn deeltjes die bepaalde delen van het lichtspectrum absorberen en reflecteren, waardoor een stof kleur krijgt. Ze kunnen van natuurlijke of synthetische oorsprong zijn en worden gebruikt voor het kleuren van diverse media – van verven tot kunststoffen of cosmetische producten.
Het belangrijkste verschil tussen pigmenten en kleurstoffen is de oplosbaarheid: pigmenten zijn onoplosbaar in vloeistoffen, dus hun deeltjes moeten gelijkmatig worden verspreid (gedispergeerd) in het gewenste medium. Vanwege deze eigenschap hebben pigmenten een hoge weerstand tegen licht, hitte en chemische invloeden.
Classificatie en toepassing van pigmenten
Anorganische pigmenten, zoals titaniumdioxide (witte kleur) of mangaandioxide (bruine kleur), worden veel gebruikt in de bouw, de kunststofproductie en de verfindustrie vanwege hun stabiliteit en duurzaamheid. Organische pigmenten worden gekenmerkt door heldere kleuren – bijvoorbeeld, fluoresceïne zorgt voor groene fluorescentie, en ftalocyanines worden gebruikt om blauwe en groene tinten te verkrijgen.
De deeltjesgrootte van een pigment ligt meestal in het micro- of nanometerbereik. Het is de deeltjesgrootte die de kleurverzadiging, de dekkingsuniformiteit en de optische eigenschappen bepaalt. Een correct gekozen pigment zorgt voor de gewenste tint en een langdurig resultaat.
Vanwege deze eigenschappen worden pigmenten veel gebruikt in textiel, drukwerk, de productie van cosmetica en bouwmaterialen, waar zowel het esthetische uiterlijk als de weerstand tegen externe invloeden belangrijk zijn.
Skaityti plačiau...